In een recent interview in 'Knack' zei Leo de Haes dat genetische literatuurstudie een mode was en dat voor de klassiekers in de Vlaamse Bibliotheek gewoon de laatste door de auteur geautoriseerde versie gebruikt werd, en dat de spelling gemoderniseerd werd. Dat is mooi in theorie, maar zonder fatsoenlijke tekstvergelijking ben je nooit zeker van een foutloze tekst, en je kan toch niet van een auteur verwachten dat hij een leven lang een administratie van zijn tekstcorrecties bijhoudt. En zo kan het dan gebeuren dat je zoals bij Lijmen/Het been niet de eerste of de laatste geautoriseerde druk als basis gebruikt, maar wel de tweede druk, verschenen bij Manteau in 1943. Lijmen was nl. al in 1924 voor 't eerst verschenen en in 1932 herdrukt. Het been werd door Elsschot geschreven op aanzetten van Menno Ter Braak, in 1938 en was bedoeld als een aanvulling bij Lijmen. Aangezien dat laatste boek nog niet uitverkocht was, werd Het been eerst afzonderlijk ui…
Lees verder
In een recent interview in 'Knack' zei Leo de Haes dat genetische literatuurstudie een mode was en dat voor de klassiekers in de Vlaamse Bibliotheek gewoon de laatste door de auteur geautoriseerde versie gebruikt werd, en dat de spelling gemoderniseerd werd. Dat is mooi in theorie, maar zonder fatsoenlijke tekstvergelijking ben je nooit zeker van een foutloze tekst, en je kan toch niet van een auteur verwachten dat hij een leven lang een administratie van zijn tekstcorrecties bijhoudt. En zo kan het dan gebeuren dat je zoals bij Lijmen/Het been niet de eerste of de laatste geautoriseerde druk als basis gebruikt, maar wel de tweede druk, verschenen bij Manteau in 1943. Lijmen was nl. al in 1924 voor 't eerst verschenen en in 1932 herdrukt. Het been werd door Elsschot geschreven op aanzetten van Menno Ter Braak, in 1938 en was bedoeld als een aanvulling bij Lijmen. Aangezien dat laatste boek nog niet uitverkocht was, werd Het been eerst afzonderlijk uitgegeven. In 1943 publiceerde Van Kampen beide boeken voor het eerst samen, wat later dat jaar overgedaan werd door Angèle Manteau. Alleen paste Elsschot voor de Manteau-uitgave zijn tekst aan: een inconsequentie in Lijmen werd weggewerkt en aan Het been werden verscheidene passages toegevoegd. De volgende herdrukken bij Van Kampen en die voor het Verzameld werk gaan terug op de eerste, niet door Elsschot bijgewerkte druk. Dat euvel is nu dus eindelijk verholpen, en het is de bedoeling dat deze tekst ook gebruikt wordt voor volgende herdrukken.
Op zijn eigen cynische manier vertelt Elsschot hoe Boorman met zijn handlanger Laarmans probeert om argeloze zelfstandigen een (veel te) hoge oplage aan te smeren van een brochure, het Wereldtijdschrift, waarin een lovend artikel over hen opgenomen is. De firma Lauwereyssen gaat aan het zaakje ten onder, maar een lichamelijke handicap van de zaakvoerster bezorgt Boorman een gevoel van wroeging. Wanneer in het tweede deel blijkt dat de dame in kwestie haar been heeft moeten laten afzetten, probeert Boorman haar het geld terug te bezorgen, maar ditmaal is zij het die het been stijf houdt. Is het tweede deel geheel verzonnen, Lijmen zelf is een zeer autobiografisch getinte roman van Willem Elsschot, die beroepsmatig als Alfons de Ridder in de reclame werkte. De roman vertelt ons veel over reclamepraktijken uit de eerste twee decennia van de 20e eeuw, en uiteraard ook over Alfons de Ridder zelf, die zijn dubbelzinnige houding tegenover deze reclamepraktijken perfect weet te verdelen over de figuren Laarmans en Boorman. [Johan Vanhecke]
Verberg tekst