De ergste nachtmerrie van elke ouder: de coach van het plaatselijke baseballteam voor kinderen blijkt een moordend monster. En er zijn ooggetuigen, vingerafdrukken en DNA-sporen om het te bewijzen. Alleen kan de verdachte overtuigend aantonen dat hij zelfs niet in dezelfde stad was op het moment dat de 11-jarige Frank Peterson anaal verkracht werd met een stok voordat zijn keel werd doorgebeten. Hoe kan iemand op twee plekken tegelijkertijd zijn? Een handlanger? Een dubbelganger? Of iets anders? Iets onverklaarbaarders? Iemand die in bovennatuurlijke mogelijkheden begint te geloven, kan zichzelf niet langer als volkomen geestelijk gezond beschouwen, denkt inspecteur Ralph Anderson, die de gruwelijke moordzaak onderzoekt in Stephen Kings nieuwste thriller. Zijn 58ste al, als je verhalenbundels, non-fictie en ander los werk niet meetelt. Hoe het met de geestelijke gezondheid van de trouwe lezers van dat omvangrijke oeuvre gesteld is, moeten ze elk voor zich uitmaken, maar dat ze enig…Lees verder
De ergste nachtmerrie van elke ouder: de coach van het plaatselijke baseballteam voor kinderen blijkt een moordend monster. En er zijn ooggetuigen, vingerafdrukken en DNA-sporen om het te bewijzen. Alleen kan de verdachte overtuigend aantonen dat hij zelfs niet in dezelfde stad was op het moment dat de 11-jarige Frank Peterson anaal verkracht werd met een stok voordat zijn keel werd doorgebeten. Hoe kan iemand op twee plekken tegelijkertijd zijn? Een handlanger? Een dubbelganger? Of iets anders? Iets onverklaarbaarders? Iemand die in bovennatuurlijke mogelijkheden begint te geloven, kan zichzelf niet langer als volkomen geestelijk gezond beschouwen, denkt inspecteur Ralph Anderson, die de gruwelijke moordzaak onderzoekt in Stephen Kings nieuwste thriller. Zijn 58ste al, als je verhalenbundels, non-fictie en ander los werk niet meetelt. Hoe het met de geestelijke gezondheid van de trouwe lezers van dat omvangrijke oeuvre gesteld is, moeten ze elk voor zich uitmaken, maar dat ze enigszins bereid moeten zijn om bovennatuurlijke mogelijkheden te aanvaarden als verklaring voor het onverklaarbare, is een understatement. Op die bereidheid bouwde de 70-jarige schrijver een carrière die hem onder andere drie villa's en een privéjet opleverde. Diezelfde bereidheid zorgt er evenwel ook voor dat de driehonderd pagina's lange eerste helft van `De buitenstaander' zo goed als overbodig wordt. In dat als een klassieke detective opgebouwde deel doet King namelijk niets meer dan vervelende variaties verzinnen op de vraag wat er nu toch in godsnaam aan de hand zou kunnen zijn met de vermeende moordenaar, die blijkbaar naar een lezing van Harlan Coben kan gaan terwijl hij mijlenver daarvandaan op een kinderlijkje staat te ejaculeren. Lezers worden tijdens het zich in de haren krabben uitgenodigd om zich in te leven in de uit keiharde logica opgebouwde leefwereld van de onderzoeker en volbloed scepticus Anderson, die koppig rationele verklaringen naar voren blijft schuiven. Maar laat het impliciete contract dat lezers met King afsluiten nu net de belofte zijn dat ze hun scepticisme van bij de eerste pagina achterwege zullen laten. Een bovenna- tuurlijk mysterie lees je hoogst zelden om te weten of de butler dan wel het kamermeisje het gedaan heeft, maar om de fantasie aan het werk te zien van iemand die al sinds 1974 met merkbaar plezier de wildste verhalen bedenkt. King lijkt zich aanvankelijk wel te vermaken met het plaatsen van gewone mensen in ongewone situaties, maar zijn echte verteltalent komt pas goed op dreef wanneer hij halverwege zijn verhaal het geforceerde en veel te lang uitgesponnen `asjemenou' ruilt voor een pittiger `catch me if you can'. En hoewel hij op Twitter al uitschreeuwde dat `De buitenstaander' geen Bill Hodges-boek genoemd mag worden, gebeurt de omkering niet geheel toevallig op het moment dat ju rouw Holly Gibney uit zijn Hodges-trilogie `Mr. Mercedes' (2014), `De eerlijke vinder' (2015) en `Wisseling van de wacht' (2016) opduikt om de achteloos ingedommelde thriller met haar neuroses en neus voor het betere detectivewerk weer wakker te schudden. Op vertrouwd terrein aangekomen weet King plots weer wat spanning is, krijgen zijn personages (sommigen toch) een eigen smoel en uit hij zijn voorliefde voor het paranormale niet langer bij monde van een twijfelaar, maar met de woorden van iemand die al te veel onwezenlijks gezien heeft: `De realiteit is dun ijs, maar de meeste mensen schaatsen er hun hele leven op.' Een mooie samenvatting van een oeuvre waarin steeds iets engs onder (en even vaak boven) de oppervlakte waart, maar niet voldoende om de halfslachtige politieroman die eraan voorafgaat te doen vergeten. Halve punten voor een half geslaagd boek.
Verberg tekst