Grace en Tippi (16) zijn een Siamese tweeling; vanaf de heupen omlaag zijn ze één. Omdat het geld voor thuisonderwijs op is, gaan ze voor het eerst naar een echte school. Door Grace’ ogen lezen we hoe het ze daar vergaat. Ze maken er vrienden, roken stiekem een sigaret, worden verliefd. Maar op een dag zakt Tippi in elkaar. Grace’ hart blijkt niet in orde te zijn, en de enige manier om in leven te blijven is een operatie die hen van elkaar scheidt. Daar kleeft echter een groot risico aan: de kans dat ze die allebei overleven is nihil. In vrije versvorm geschreven roman (‘verse novel’) die alle kanten – zowel de lelijke als de mooie – belicht van hoe het is om een Siamese tweeling te zijn. Het is te merken dat de van oorsprong Ierse schrijfster gedegen research heeft gedaan. De emoties van de ik-figuur en de reacties van de bijfiguren komen authentiek over. Hoewel de zorgen rondom Grace en Tippi impact hebben op het gezin (vader drinkt, het jongere zusje dieet obsessief), wordt de toon nergens zwaar of sentimenteel. Gedoseerd, stijlvast en bovenal indrukwekkend. Met deze ontroerende roman won zij de Carnegie Medal. Dioraphte Literatour Prijs 2017 voor beste vertaalde boek. Vanaf ca. 15 jaar. Verberg tekst