Simon Snoek zit knusjes in de zetel en leest zijn lievelingsboek. In dit dikke boek zitten verschillende verhalen: over piraten, over Goudlokje en de drie beren, over ridders en draken, over vogels en gulzige krokodillen en over spoken. Er zit zelfs een stukje encyclopedie in. In elk van deze verhalen lezen de hoofdpersonages een boek. Zo leest de ridder om aan de dood te ontsnappen de draak voor uit een moppenboek en ligt Goudlokje haar lievelingsboek te lezen in het bed van de kleinste beer. De boekfragmenten zijn telkens afgebeeld in een boek, met aangepaste hoofdingen en paginering. Het einde van het boek gaat over Simon Snoek zelf, die ook een personage in zijn dikke boek is. We zien opnieuw de tekening van Simon met boek in de zetel, maar nu is Simon omringd door alle personages uit het boek en zit zijn huiskamer zelf in het boek. De tekst is beknopt en staat volledig op rijm. Dit prentenboek laat jonge kinderen speels kennismaken met verschillende boekgenres. Het kent geen door…
Lees verder
Simon Snoek zit knusjes in de zetel en leest zijn lievelingsboek. In dit dikke boek zitten verschillende verhalen: over piraten, over Goudlokje en de drie beren, over ridders en draken, over vogels en gulzige krokodillen en over spoken. Er zit zelfs een stukje encyclopedie in. In elk van deze verhalen lezen de hoofdpersonages een boek. Zo leest de ridder om aan de dood te ontsnappen de draak voor uit een moppenboek en ligt Goudlokje haar lievelingsboek te lezen in het bed van de kleinste beer. De boekfragmenten zijn telkens afgebeeld in een boek, met aangepaste hoofdingen en paginering. Het einde van het boek gaat over Simon Snoek zelf, die ook een personage in zijn dikke boek is. We zien opnieuw de tekening van Simon met boek in de zetel, maar nu is Simon omringd door alle personages uit het boek en zit zijn huiskamer zelf in het boek. De tekst is beknopt en staat volledig op rijm. Dit prentenboek laat jonge kinderen speels kennismaken met verschillende boekgenres. Het kent geen doorlopend verhaal maar is één langgerekte ode aan het boek. De prenten spreken mij niet erg aan: de bonte figuren hebben ronde, uitpuilende ogen en zijn neergezet in drukke composities. [Inge Umans]
Verberg tekst