Wie heeft genoten van De Gruffalo of Hutje Mutje, zal ook smullen van De slak en de walvis. Opnieuw kiest het succesrijke duo Julia Donaldson en Axel Scheffler voor een eenvoudige verhaallijn, met als centrale drijfveer de boodschap dat wie niet sterk of groot is, slim moet zijn.
Het verhaal staat in de traditie van de fabel, zowel door de bovenstaande boodschap als door de combinatie van twee zo verschillende dieren. Een slak wil de wijde wereld zien, ook al zien de andere slakken dat allerminst zitten. Koppig zet hij zijn wil door en schrijft hij zijn wens op de rotsen. Een bultrugwalvis ziet die en neemt de slak mee. Samen reizen ze naar ijzige bergen, hete vulkanen, tropische stranden en diepste oceanen. Na een vreselijke storm bedenkt de slak filosofisch: 'Hoe beter ik de wereld ken, / hoe meer ik voel hoe klein ik ben.' Als even later de walvis, ontredderd door het lawaai dat mensen maken, aanspoelt op een strand en dreigt te verstikken, zorgt de klei…
Lees verder
Wie heeft genoten van De Gruffalo of Hutje Mutje, zal ook smullen van De slak en de walvis. Opnieuw kiest het succesrijke duo Julia Donaldson en Axel Scheffler voor een eenvoudige verhaallijn, met als centrale drijfveer de boodschap dat wie niet sterk of groot is, slim moet zijn.
Het verhaal staat in de traditie van de fabel, zowel door de bovenstaande boodschap als door de combinatie van twee zo verschillende dieren. Een slak wil de wijde wereld zien, ook al zien de andere slakken dat allerminst zitten. Koppig zet hij zijn wil door en schrijft hij zijn wens op de rotsen. Een bultrugwalvis ziet die en neemt de slak mee. Samen reizen ze naar ijzige bergen, hete vulkanen, tropische stranden en diepste oceanen. Na een vreselijke storm bedenkt de slak filosofisch: 'Hoe beter ik de wereld ken, / hoe meer ik voel hoe klein ik ben.' Als even later de walvis, ontredderd door het lawaai dat mensen maken, aanspoelt op een strand en dreigt te verstikken, zorgt de kleine slak echter voor de redding en wordt hij groots in zijn dapperheid en vooral slimheid. Eenmaal terug thuis vertelt de slak zo enthousiast over zijn reis dat ook de andere slakken hun enge horizont willen verruimen.
De berijmde vertaling is van Bette Westera, die de voorbije jaren met grote technische vaardigheid in het spoor van Annie M.G. Schmidt is getreden. Het begin van de fabel roept overigens herinneringen op aan de spin Sebastiaan: 'De andere slakken riepen uit: / "Hoe wou je dat doen? Wat een dom besluit. / Wij slakken zijn traag en veel te klein. / Wij horen te blijven waar we zijn."' In de traditie van het berijmde verhaal, zoals dat werd verteld of gezongen bij prenten op de markt, laat Westera meerdere taferelen beginnen met 'Dit is ...', alsof iemand vertelt met een aanwijsstok. Deze vertelvorm betrekt de kijker en luisteraar heel direct bij het gebeuren. Verder zorgen de gepaarde rijmen voor veel voorleesplezier. Westera's rijmvaardigheid blijkt onder meer uit leuke dubbelrijmen als de volgende: 'En dit? Kun je zien wat dit voor geval is? / Dit is de staart van de bultrugwalvis.' Af en toe verwerkt ze ook alliteraties en grapjes in de versregels: 'Ze zag kleurige vissen met zwierige vinnen/ en hapgrage haaien zonder kinnen.' Bij dit laatste spelen tekst en illustratie op elkaar in: voor het eerst ontdekte ik dat haaien inderdaad geen kin hebben.
De illustraties van Scheffler zijn allerminst experimenteel, maar laten een sterke kleurbeheersing zien, zoals in de sfeervolle prent van de walvis in de nacht. Het contrast is groot met de vrolijke kleuren van het tropische eiland. Hier en daar steekt er humor in de prenten, bijvoorbeeld bij de kleine slak die op de walvisstaart kruipt. En al blijven de details beperkt, toch is er altijd wel iets te ontdekken dat niet in de tekst staat. Kinderen zullen allicht vooral aangetrokken worden door de dieren, van de pinguïns over de papegaaien tot de beer. De verdeling van tekst en illustraties is gevarieerd, wat dynamiek in de bladspiegel brengt: soms beslaat een prent één, soms anderhalve en soms een dubbele pagina. Als de tekst op het witte blad staat, wordt die begeleid door kleinere illustraties.
Al bij al geen echt opvallend, maar wel een aantrekkelijk prentenboek voor kleine en grote durvers en dappere ontdekkers. [Jan Van Coillie]
Verberg tekst