Gematigd optimistisch, zo klinkt de IJslandse schrijver Jón Kalman Stefánsson in zijn nieuwste roman.Vissen hebben geen voeten is een zoektocht naar de verleden tijd. Alexander Van Caeneghem
Voor een land dat amper meer inwoners telt dan Gent, pronkt IJsland met opvallend veel uitstekende, internationaal gelauwerde muzikanten en schrijvers. Volgens Jón Kalman Stefánsson, die zelf in het rijtje thuishoort, zijn muziek en literatuur er de enige kunstvormen. In een interview met De Standaard schreef hij de artistieke hoogconjunctuur toe aan het isolement en het harde leven, dat maar twee opties biedt: met de handen werken en alle hoop opgeven of monomaan werken aan een droom. In de muziek heeft die tweede optie de wereld onder meer The Sugarcubes, Björk, Emiliana Torrini en Sigur Rós opgeleverd, in de literatuur Nobelprijswinnaar Halldór Laxness, de wonderlijke Sjón en de van detective Erlendur bekende misdaadauteur Arnaldur Indriðason.
Ook het hoofdpersonage vanVissen hebben geen voeten, Stefánssons nieuwe roman, is een schrijver die ooit een droom had. Na enkele successen en een echtscheiding is Ari naar Denemarken geëmigreerd, maar na twee jaar keert hij terug voor zijn zieke vader. Van een droom is dan geen sprake meer. Al in de eerste zin komt de verteller ter zake: 'Dit begon allemaal met de dood'.
Ari komt uit Keflavik, een afgelegen stadje in het zuidoosten van IJsland. 'Het is niets waard,' zegt het achttiende-eeuwse IJslandse bodemregister over Keflavik. 'Nergens in het hele land leven de mensen zo dicht bij de dood.' Keflavik huisvest nu de internationale luchthaven van IJsland, maar was vroeger een basis van het Amerikaanse leger en de Navo. Met de Koude Oorlog verdween ook de militaire urgentie. De Amerikanen vertrokken, met in hun zog de middenstand. Keflavik staat symbool voor het IJsland dat niet meer bestaat.
À la recherche
Meer dan een terugkeer naar een plaats is de trip van Ari een zoektocht naar de verloren tijd - toen hij nog verlangde naar het onbereikbare meisje, zijn huwelijk nog een huwelijk was, hij niet vervreemd was van zijn kinderen en zijn vader, en een grotere droom had. Stefánsson laat het verhaal uitdijen in een fragmentarische familiegeschiedenis, van de jeugd van Ari's grootouders over zijn relatie met zijn ouders tot zijn jonge jaren in Keflavik.Vissen hebben geen voeten overspant op die manier zowat de hele twintigste eeuw.
Stefánsson rijgt de kleine, vaak ontroerende verhalen aan elkaar met filosofische terzijdes en aforistische bemerkingen. Daardoor krijgen ze een universele waarde. Zijn lange, meanderende zinnen vol komma's dwingen verstilling af; het vertraagde ritme is dat van iemand die herinneringen als zware stenen met zich meesleept.
De verteller, een oude vriend, probeert orde te scheppen in de chaos, in het besef dat het niet mogelijk is alles te vertellen. 'Niemand weet welke gebeurtenissen de moeite waard zijn om te vertellen, welke na verloop van tijd glanzend oprijzen of duister wegzinken, geestdriftig of sloom.' Toch blijft één kwestie zich opdringen: 'Als een auto panne heeft dan maak je de motorkap open en kijk je naar de motor. Maar wat moet je openmaken en waar moet je naar kijken als het leven van een mens panne heeft?'
Liefde
Net als in zijn bekroonde trilogie Hemel en hel, Het verdriet van de engelen en Het hart van de mens propageert Stefánsson in zijn zoektocht naar een antwoord een hooggestemde visie op literatuur. Hoewel we op onnoemelijke manieren tekortschieten als mens, hoewel alle gebeurtenissen uit het verleden op een dag domweg vergeten zullen worden, en hoewel alles wat een mens beleeft, uiteindelijk verdampt, hoeven we ons daar toch niet zomaar bij neer te leggen. Wie schrijft en vertelt, houdt alvast de dood veraf. Het verzet is heroïsch: herinner, haal alle verhalen boven - ook al doet het pijn, ook al is het soms vernederend. En heb lief, want te weinig liefde, dat valt niet te vergeven.
Een sluitend antwoord komt er natuurlijk niet, maar Vissen hebben geen voeten is een warme deken van mededogen. Het is Stefánssons beste roman tot nog toe - hij klinkt zowaar gematigd optimistisch. Het bestaan is nog steeds intrinsiek treurig, en niets loopt ooit zoals gepland, maar de mens is van goede wil. Wie zoekt, kan schoonheid en troost vinden, en zich enigszins wapenen tegen de zinloosheid. En dat is al heel wat.
JÓN KALMAN STEFÁNSSON
Vissen hebben geen voeten.
Vertaald door Marcel Otten, Ambo/Anthos, 344 blz., 21,99 euro (e-boek 12,99 euro).
De auteur: internationaal bekroond IJslands schrijver van drie poëziebundels en tien romans.
Het boek: een zoektocht naar het antwoord op de vraag waar je moet naar kijken als het leven van een mens panne heeft, vermomd als een fragmentarische familiegeschiedenis.
ONS OORDEEL: een warme deken.
Alexander Van Caeneghem ■
Verberg tekst