Twee bootvluchtelingen proberen in een Spaanstalig land een nieuw leven op te bouwen: een al wat oudere man en een jongen die door de man onder zijn hoede is genomen. Een redelijk serieus portet van de pogingen van ontwortelde mensen om een nieuw leven op te bouwen wordt doorsneden door twee abstractere en moeilijk te plaatsen verhaalmotieven, ten eerste het feit dat de schrijver nergens specifiek zegt om welk land het gaat (hetgeen soms een Kafkaïaanse vervreemding in de hand werkt), en ten tweede het gegeven dat de man het in zijn hoofd gehaald heeft dat hij de moeder van de jongen zal vinden, met andere woorden dat hij een nog onbekende vrouw zal herkennen als de 'voorbestemde' en daardoor meteen ook biologische moeder van het kind. Hierdoor krijgt het verhaal iets surreëels en afstandelijks, en de lezer die verwacht een parabel over Jezus te gaan lezen zal eveneens bedrogen uitkomen. Een met veel vriendelijke ironie en een zeker meesterschap geschreven roman die weigert zich in het nekvel te laten grijpen en daardoor wellicht meer irritatie dan bewondering uitlokt. De auteur won tweemaal de Man Booker Prize. Pocket met zeer kleine druk, ruime interlinie en smalle bindmarge. Verberg tekst