Lentekriebels
×

Lentekriebels
Besprekingen
Het is lente en Dikkie Dik geniet. In het eerste verhaal is het lekker weer buiten en moet hij rennen; hij heeft renkriebels! In het tweede verhaal, 'Het vogelnestje', volgt Dikkie Dik de vogels in de tuin terwijl ze een nestje bouwen. Als hij ‘van dichtbij’ wil gaan kijken, worden de vogeltjes boos. In 'Paaseitjes' verzamelt Dikkie Dik chocolade paaseieren in zijn mand en doet hij wat de vogels en kippen altijd doen. Lukt het uitbroeden, Dikkie Dik? En in het laatste verhaal springt Dikkie Dik net als een lammetje. Zelfs tot op de rug van moeder schaap! In dit vierkante prentenboek is Dikkie Dik als vanouds: ondernemend, naïef, enthousiast en nieuwsgierig naar de wereld – net als ‘zijn’ jonge lezers. De grote, omkaderde prenten zijn kleurig, herkenbaar en vriendelijk. Door een kleine verandering in de lijnen, verandert de snoet van Dikkie Dik én zijn gevoel, steeds zeer zichtbaar en herkenbaar! De tekst is eenvoudig en nodigt uit tot interactie. Dat Dikkie Dik bijna 35 jaar wordt, is…Lees verder
Dikkie Dik. Lentekriebels
Dikkie Dik lijkt wel de kolder in z’n kop te hebben, als je hem door het huis ziet rennen, de tuin in, en tegen Poes Muis opknallen. “Renkriebels” noemt Poes Muis dit vrolijke gedrag, dat duidelijk ingegeven is door het eerste lenteweertje. In de volgende lenteverhalen ziet Dikkie Dik vogels een nest bouwen en eitjes uitbroeden, gaat hij zelf paaseitjes uitbroeden in zijn mand, en maakt hij bokkesprongen met een lammetje.
Dikkie Dik mag dan al 35 jaar een succes zijn, mij kan hij niet bekoren. De verhaaltjes zijn vrij flauw, geschreven in een stijve taal, en geïllustreerd met ouderwetse, statische tekeningen.
Dikkie Dik mag dan al 35 jaar een succes zijn, mij kan hij niet bekoren. De verhaaltjes zijn vrij flauw, geschreven in een stijve taal, en geïllustreerd met ouderwetse, statische tekeningen.