Dit mooie prentenboek nodigt uit om goed naar de prenten te kijken en te blijven kijken. Guido Van Genechten schetst in een dubbele pagina een groep dieren die op het eerste gezicht allemaal gelijk zijn, maar de drie vragen die bij de tekening horen vestigen de aandacht op kleine verschillen en details. De eerste vraag peilt naar een positie in de ruimte (‘Wie staat op het heuveltje?’), de tweede vraag gaat over iemand die anders is (‘Wie wil ook wel neuzen, maar is een beetje verlegen?’) en de derde luidt: ‘En wie wil naar een feestje?’ Er is altijd een diertje dat wil feesten, en dat je kunt herkennen aan een feestelijk accessoire dat de anderen niet hebben. Op de laatste spread wordt de lezer beloond voor zijn zoekwerk met een beeld van de feestende diertjes. Zo weten wij ook waar zij zich voor uitgedost hebben.
De tekeningen zijn eenvoudig. Van Genechten weet met enkele pen- en penseelstreken sympathieke figuren tot leven te brengen. De achtergrond is een zwarte of witte vlakte met af en toe een toevoeging in pen. De achtergrond wordt sober gehouden om de aandacht bij de diertjes te houden.
Het mooiste aan het boek is dat de verschillende laagjes (woordenschatuitbreiding, differentiëren, interpreteren…) er goed in zitten en dat de details echt klein zijn en inspanning vragen. Het boek zal dan ook niet in één leesbeurt volledig uitgelezen worden. Een kleurrijk boek dat zowel fijn als leerrijk is.
[Sahra Correia] Verberg tekst

In dit kijk- en zoekboek worden acht veel gebruikte voorzetsels onder de aandacht gebracht. Op evenzoveel spreads zijn steeds enige tientallen dezelfde soort dieren getekend, zoals krabben, vleermuizen en zeepaardjes, waarbij telkens drie vragen worden gesteld. De eerste vraag behelst het voorzetsel in kwestie, dat in een groter lettertype is gedrukt zodat de voorlezer er gemakkelijk de nadruk op kan leggen. Zoals: Wie zit IN zijn holletje? De tweede vraag is een kijkvraag, bv.: Wie is zijn huisje kwijt? De laatste vraag luidt steevast: En wie wil naar een feestje? Op de negende en laatste spreadpagina zijn alle dieren die zo graag naar een feestje wilden bij elkaar te zien: op het feestje! Hierdoor wordt meteen duidelijk naar welk detail van een feestelijke uitrusting bij het betreffende dier gezocht moest worden, bv. een oorbel of vlinderdasje. Op een witte of soms zwarte achtergrond zijn alle vrolijke dieren in een eenvoudige kleurstelling op innemende wijze getekend, waarbij de hele bladspiegel steeds wordt gevuld. De te zoeken verschillen zijn minimaal weergegeven zodat er erg goed moet worden gekeken en gezocht. Geslaagde en verzorgde uitgave met hardkartonnen pagina’s en twee afgeronde hoeken. Tegelijkertijd verscheen ook 'Dik en dun'*. Vanaf ca. 2,5 jaar. Verberg tekst

Dit kartonboekje zou kunnen bijdragen tot de taalontwikkeling van peuters en kleuters. Ruimtebegrippen zoals 'op' en 'in' komen hier aan bod. Pagina's vol grappige diertjes, groot en klein, waarvan er telkens twee (of drie) afwijken van de rest. Het zijn net deze kleine verschillen die de kleuter moet zoeken. Het gaat om piepkleine details waaraan heel kleine kindjes zeker nog geen aandacht besteden. Neem nu de dubbele pagina met de rode krabben. Het antwoord op de eerste vraag is nog vrij eenvoudig: 'Wie staat op het heuveltje?' 'Wie is een beetje verdrietig omdat hij beneden staat?' is al moeilijker: de krab met een neer beneden gebogen streepje als mondje in plaats van een opkrullend. En de telkens terugkerende vraag 'En wie wil naar een feestje?' kan je alleen beantwoorden als je een piepklein vlinderdasje gezien hebt! Het zullen eerder drie- à vierjarigen zijn die de opdrachtjes snappen en niet de peuters van 30 maanden zoals op de achterflap staat. Maar dit neemt niet weg dat de illustraties schitterend zijn, vrolijk en doordacht. Voor de juiste doelgroep een erg geslaagd zoekboek!
Verberg tekst