Bali is een paradijselijk eiland in de Indonesische archipel, maar er wonen wel ruim vier miljoen mensen op dit kleine eiland dat maar iets groter is dan de provincie Gelderland. Deze reisgids heeft een beperkte toeristische visie op het eiland, waarin vooral aandacht is voor het mooie en exotische van dit gebied. Zo is er bijvoorbeeld geen aandacht voor de (koloniale) geschiedenis en de rol van de Nederlanders indertijd. Wat wel aan de orde komt, zijn de inheemse Balinese samenleving en levensbeschouwing (hindoeïsme), de ceremonies evenals dans en muziek, waarna de subregio’s worden beschreven. Dit zijn de stranden van Zuid-Bali, het culturele erfgoed van Midden-Bali, het centrale bergmassief en het noorden van het eiland. In aparte kaders komen de Balinese keuken en allerlei recepten voorbij. Tenslotte worden er enkele overnachtingsmogelijkheden genoemd plus enkele praktische zaken evenals een register. Het paradijselijke blijkt vooral uit de fraaie kleurenfoto’s van de landschappen en de mensen, maar van de steden komt vrijwel niets in beeld.