Derde avonturenboek van Julius Zebra*. Samen met zijn vrienden lijdt hij schipbreuk op de Egyptische kust, waar een stel wachters hen verantwoordelijk stellen voor al het wrakhout op het strand. Een regenbui is hun redding: Julius wordt herkend als de lang verwachte regengod. Met een statieschip varen ze richting Alexandrië, waar de bibliotheek wordt bezocht, en verder langs alle Egyptische hoogtepunten. Maar wat een triomftocht moest worden, loopt uit op een mislukking. Omdat in de tombe van Cleopatra antiloop Felix een edelsteen steelt, worden ze getroffen door een vloek. Alles gaat verschrikkelijk fout! Opnieuw een hilarisch avontuur, geestig geschreven en geïllustreerd, met veel wetenswaardigheden over het oude Egypte. Achterin een uitleg over de Romeinse cijfers, een alfabet om je naam in hiërogliefen te schrijven en over de kunst van het mummificeren. Met een verklarende woordenlijst. Vanaf ca. 9 jaar.

Daar heb je Julius de zebra en zijn vrienden nog een keer. Nadat hij ging 'rollebollen met de Romeinen' en 'bonje maakte met de Britten' heeft hij nu 'ellende met de Egyptenaren'. In principe kan je de boeken allemaal apart lezen, maar je volgt toch het makkelijkst als je de verschillende delen mooi in volgorde leest, al is het maar om de vrienden van Julius uit elkaar te houden. Lees je het boek toch apart, dan zijn de eerste twee hoofdstukken wat verwarrend, maar vanaf hoofdstuk 3 kan je de verhaallijn wel volgen. De band tussen de dieren blijft nog wel wat onduidelijk.

Het boek leest als een trein omdat doorlopende tekst afgewisseld wordt met illustraties in stripvorm. Het is nodig om de tekstballonnetjes te lezen, want het verhaal loopt via de tekeningen verder. In dit derde deel van de reeks maken Julius en zijn vrienden kennis met de Egyptenaren. Na hun vlucht uit Brittannië lijden ze schipbreuk en belanden ze in Egypte. Door een aantal toevalligheden wordt Julius aanzien als een god. De Egyptenaren willen van hem zelfs hun Farao maken. Julius en co vinden het best wel leuk om zo vorstelijk behandeld te worden. Ze genieten van hun status tot ze erachter komen dat de valse benoeming tot farao tot de doodstraf kan lijden. Net zoals in de eerste twee delen van de reeks zullen de dieren ook in deel 3 moeten vluchten. Op de laatste bladzijde wordt verklapt dat het deze keer richting Griekenland zal zijn, aangezien Heracles op zoek is naar 'kampioen Julius en zijn schare avonturiers'.

De humor en de onderlinge ruzietjes zijn in dit boek nooit ver weg. Naar mijn zin zelfs net dat tikkeltje te veel, waardoor het geheel wat chaotisch overkomt. In deel 1 was ik nog blij met de manier waarop de auteur de jonge lezers warm maakte voor geschiedenis. In deel 3 lijkt de humor de bovenhand te nemen. Ondanks het feit dat er geschiedkundig correcte dingen gebruikt worden in het verhaal, gaan ze in mijn ogen te veel verloren. Het lijkt er soms op dat de auteur alles gefantaseerd heeft. Pas als je wat achtergrond over de Egyptenaren hebt, zal je de dubbele bodem ontdekken. Deel 1 vond ik echt leuk om spelenderwijs kennis te maken met de geschiedenis. Over deel 3 ben ik dus wat minder enthousiast. De extra’s blijven wel leuk. De paginanummers staan in Romeinse cijfers geschreven. Achteraan wordt uitgelegd hoe die cijfers ook alweer werken. Met de hiërogliefen kan je je eigen naam schrijven en in een korte strip wordt uitgelegd hoe mummies gemaakt werden. Tot slot vind je er ook nog een verklarende woordenlijst.

Verberg tekst