In de Verenigde Staten is het werk van Carle al lang in allerlei vormen en voorwerpen gecommercialiseerd, en dat gebeurt nu ook in ons taalgebied. Rupsje Nooitgenoeg komt in allerlei formaten tot ons, nu ook op reuzenformaat, 58 op 42 cm, in stevig karton met ringband. Kleuters kunnen met moeite dit gigantische boek tillen, maar zullen het graag en vlug in hun spel betrekken, om achter te schuilen, als wand voor een kamp of voor een poppenkast. Voor die laatste functie is deze reuzenversie uitgelezen (zie foto). De knuffel uit een vorige editie kunnen kinderen effectief door de gaatjes steken. In het licht van Carle's visie op prentenboeken als speelboeken met een educatieve kant is het logisch dat zo'n groot boek wordt ontwikkeld: het nodigt nog meer tot spelen uit, en kan goed in groepsverband aangewend worden om te leren tellen of de dagen van de week te oefenen. In de klas of bibliotheek dan, want voor het individuele gezin is dit boek duur (?45, en eventueel nog ?15 erbij voor zo'n pluchen rupsje). Als object heeft het iets onweerstaanbaars en het is magisch om te zien hoe de robuuste vormen en prachtige kleuren hier van het karton springen: dat frisse groene blad, die warme, vriendelijke zon, dat aanlokkelijke fruit en minder verantwoorde, maar verleidelijke etenswaren, en tot slot die wonderschone vlinder. [Chris Bulcaen] Verberg tekst

Klassiek, oblong prentenboek, dat al in vele verschillende uitvoeringen is verschenen. Uit een eitje kruipt een rupsje dat op zoek naar eten gaat. Elke dag van de week eet hij zich door iets lekkers heen. Wat hij op de werkdagen eet, is op de volgende pagina's te zien; die vijf pagina's zijn zodanig afgesneden dat ze samen een volledige pagina lijken te vormen. Op de achterkant staat steeds dezelfde illustratie inclusief het rupsje dat naar buiten kruipt uit het uitgestanste ‘eetgat’. Na deze pagina’s met gezonde dingen volgt een dubbele pagina vol onweerstaanbare lekkernijen waar het rupsje zich op zaterdag aan vergrijpt en die hem een flinke buikpijn opleveren. Maar na een rustige zondag met een enkel groen blaadje gaat het weer wat beter. Na twee weken komt het rupsje in prachtige vlindergedaante uit zijn cocon gekropen. Door herhaling van tekst, vormgeving en rustige opbouw, worden grappige climaxen bereikt. Weinig, doch voldoende eenvoudige tekst bij de duidelijke, kleurrijke collages zorgen voor een rustige bladspiegel. Een leuk fantasieboek voor peuters en kleuters met reële elementen: dagen van de week, eten, tellen, dag en nacht en de metamorphose van rups naar vlinder. Vanaf ca. 3 jaar. Verberg tekst

'Rupsje Nooitgenoeg' voorstellen hoeft niet. Al 45 jaar kruipt deze sympathieke rups op een nacht uit een eitje, vreet zich een week vol door de meest onwaarschijnlijke dingen als een zure bom, salami en kersentaart, om zich vervolgens te ontpoppen tot een vlinder. Generaties kinderen hebben het ongetwijfeld mee opgedreund “Op maandag at hij zich dwars door een appel heen, maar genoeg had hij nog niet. Op dinsdag at hij zich dwars door twee peren heen, maar genoeg had hij nog niet. Op woensdag ...” (p. 5).
Het veertigjarige bestaan van de rups werd gevierd met een prachtig pop-upboek, voor zijn 45 jaar wordt hij getrakteerd op een hologram. Door het boek te bewegen zie je de hele evolutie al op de cover: van klein rupsje tot uit de kluiten gewassen exemplaar, over cocon tot vlinder. Een leuke gimmick, die gelukkig de prijs niet uit de pan doet swingen. Zodat dit ook de volgende generatie toelaat des te meer te genieten van deze evergreen.