Is het een averechtse parabel, een grimmig sprookje of een verhaal met een moraal? Er valt niet zomaar de vinger op te leggen. Zeker is dat Elvis Peeters in zijn nieuwe roman De ommelanden de beklemming vanaf de eerste pagina's crescendo laat gaan. En dat deze roman je meteen in de tang neemt. Actueel is hij ook, in tijden van 'gilets jaunes', met zijn redeloze spanning tussen stad en vergeten hinterland in een onbestendig Europa, waarin klimaatverandering de lakens begint uit te delen.
In een gestaag tempo leverde Elvis Peeters met Wij (2009), Dinsdag (2012), Jacht (2015) en recent nog Brood (2018) boeken af die aan de ribben bleven kleven. Geschreven 'met twee hoofden en vier handen', zoals Peeters zijn samenwerking met echtgenote Nicole van Bael ooit typeerde, houden ze ons vaak een boosaardige spiegel voor. Slim verteld, uitgekiend van taal, met een behoorlijk illusieloos wereldbeeld. In De ommelanden is dat niet anders. Hoe valt dat te rijmen met het uitgesproken engage…Lees verder
Is het een averechtse parabel, een grimmig sprookje of een verhaal met een moraal? Er valt niet zomaar de vinger op te leggen. Zeker is dat Elvis Peeters in zijn nieuwe roman De ommelanden de beklemming vanaf de eerste pagina's crescendo laat gaan. En dat deze roman je meteen in de tang neemt. Actueel is hij ook, in tijden van 'gilets jaunes', met zijn redeloze spanning tussen stad en vergeten hinterland in een onbestendig Europa, waarin klimaatverandering de lakens begint uit te delen.
In een gestaag tempo leverde Elvis Peeters met Wij (2009), Dinsdag (2012), Jacht (2015) en recent nog Brood (2018) boeken af die aan de ribben bleven kleven. Geschreven 'met twee hoofden en vier handen', zoals Peeters zijn samenwerking met echtgenote Nicole van Bael ooit typeerde, houden ze ons vaak een boosaardige spiegel voor. Slim verteld, uitgekiend van taal, met een behoorlijk illusieloos wereldbeeld. In De ommelanden is dat niet anders. Hoe valt dat te rijmen met het uitgesproken engagement van ex-punker Peeters, die je regelmatig op de barricaden kunt aantreffen?
Het thema van de 'indringer', die een samenleving op de toppen van de tenen zet, intrigeert Peeters al lang. Nu domineert het volop De ommelanden. Enigszins roekeloos begeeft een jonge freelancefotografe zich naar 'de buitengebieden', een dor en verweerd landschap in het zuiden van een onbepaald land. Daar woont nog een kluitje stugge dorpelingen, al lang aan hun lot overgelaten door de politici en de stadsbewoners. Voor een kunstproject wil deze Dora er de dood in kaart brengen via foto's van pas overledenen. 'Het sterven is intiem, maar de dood openbaar', vindt ze. Ze schuift de familieleden een bankbiljet toe en lijkt zo de intimiteitsbreuk te vereffenen.
Soms hebben de mores in deze streek erg archaïsche trekjes. Maar beseft ze hoe argwanend ze in de gaten wordt gehouden? 'Zij lijkt zich weinig om ons te bekommeren. Ze duikt op waar gestorven wordt. Dat is haar goed recht. Maar in ruil warmen wij ons aan haar leven. Dat lijkt niet tot haar door te dringen, behept als ze is met haar eigen besognes', klinkt het onheilspellend.
Meedogenloos
Wanneer ze autopech krijgt en ook haar telefoon signaalloos blijft, raakt ze willens nillens overgeleverd aan de goodwill in 'de ommelanden'. Ze trekt zich terug op de Steenhoeve, het aan de elementen overgeleverde huis van de ooit zo gastvrije weduwe, intussen ook dood. Maar wat hebben de smid, de politieman, de priester en de Jonge en Oude Thea en vooral de boer-fotograaf in de zin met dit enigszins naïeve schepsel, deze 'engel des doods'? 'Gedachten zijn het beste wat we hier hebben', zegt een personage. 'En ze zijn niet altijd van deugdelijke makelij', vult een ander aan. Natuurlijk ontstaat er broeierige onrust en milde paniek, maar zijn er ook vonken van solidariteit. Raakt Dora ingepalmd door de plattelandsrituelen, trots dat ze zich 'kan meten met de anderen in het dorp'? Heeft de gemeenschap het laatste woord boven het individu? Meer dan eens flitst Philippe Claudels Het verslag van Brodeck, of Cormac McCarthy je door het hoofd.
Steeds is er die dwingende gedachte dat de natuur haar rechten opeist, dat er geen verweer mogelijk is, dat je haar moet paaien én respecteren. En vooral: dat ze meedogenloos is. Sowieso kleeft er een licht dystopisch aspect aan dit boek. In de hypertechnologische stad broeit het evengoed, bij Dora's net zwanger geworden zus en haar moeder die zich ongerust maken over haar radiostilte. Ze schakelen een bevriende veiligheidsman in, ooit nog verliefd op de ongrijpbare Dora. Plots weeft Peeters nog een extra, ietwat rafelige verhaallijn toe. Nee, die drones boven de uitgedroogde ommelanden zoemen er heus niet toevallig rond. Ach, de mens, die stoutmoedige ijdeltuit.
Peeters snoert zorgvuldig een strop rond de hals van de lezer, om ze af en toe weer te lossen. Als in een spreekkoor laat hij de commentaarstemmen van de bewoners door elkaar wemelen. Snelle perspectiefwisselingen zaaien verwarring. Wie heeft hier de verteltouwtjes in handen? Toch bezit De ommelanden de fascinerende ambiguïteit en vertelkracht van Peeters' beste boeken. De uiterst geslepen taal, franjeloos maar vol klankschoonheid, versterkt dat effect. Dat sommige scènes op het land tergend uitgesponnen zijn en dat de contrasten dik worden aangezet, moet je op de koop toe nemen.
Angèle/Podium, 220 p., 20,50 euro.
Verberg tekst