Details
405 p.
Besprekingen
NBD Biblion
Trouw
Als de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog Brussel binnen denderen moeten de bewoners van een statig pand aan de Place Brugmann een nieuwe werkelijkheid onder ogen zien. 'Brussel werd onmiddellijk bezet, maar de restricties - de verboden, de avondklok, de verbanningen, de merktekens, de razzia's, de deportaties, de moorden - werden heel geleidelijk ingevoerd en uitgevoerd. Heel sluw. Net als je aan iets gewend was, kwam er een nieuwe verordening. Het betrof altijd andere mensen, tot het jou raakte, en dan was het te laat.'
Place Brugmann 33 van Alice Austen begint met een lijst van de bewoners van het gebouw. Het zijn er meer dan tien, en ze komen allemaal aan het woord in wisselende hoofdstukken. Als een poppenspeler hangt de Amerikaanse schrijfster boven haar debuutroman, trefzeker trekkend aan de touwtjes waarmee ze haar personages tot leven brengt. Een Joods gezin met een grote kunstverzameling, een architect die vocht in de loopgraven tijdens de Grote Oorlog, een gepensioneerde kolonel van het Belgische leger, een vluchtelinge... Allemaal gaan ze anders om met de duisternis van die tijd, de een is moediger dan de ander, niet iedereen heeft evenveel te verliezen, en weten wie je kunt vertrouwen is cruciaal. Het zwaartepunt ligt bij Charlotte Sauvin, de kunstzinnige dochter van de architect, die zwanger is als haar man ten strijde trekt.
Aanvankelijk laat Place Brugmann 33 zich traag lezen met al die perspectieven die ruim baan krijgen. Zoveel verhalen, dat schept ook afstand, het duurde een poos voordat Austens roman vat op me kreeg. Maar naarmate de stad vervuild raakt en het gebouw in verval, grijpen de verschillende verhalen steeds hechter in elkaar en begint de spanning te sluimeren. Het Joodse gezin moet vluchten, een ondergronds netwerk begint met het wegsluizen van vluchtelingen via nummer 33 en een nazi neemt zijn intrek in een van de appartementen.
Austen schrijft op koele wijze over wat er gebeurt als de waardigheid van de mens met voeten wordt getreden. Ze bevindt zich op bekend terrein met haar oorlogsverhaal over moed en verraad, maar haar proza is beeldend en vrij van opzichtig sentiment en ze heeft haar roman knap geconstrueerd. Aan de hand van de besognes van de bewoners van één adres laat ze zien hoe een land gebukt gaat onder de bezetting, hoe relaties onder druk komen te staan. Daarbij houdt ze de zwaarte behendig in toom met een mysterie rondom een vermiste kunstcollectie en de nuchtere inborst van Charlotte, over wie een van de bewoners zegt: 'Als Charlotte een man was zouden ze haar een genie noemen'.